Zilver
Het gebruik van zilver met zijn antiseptische eigenschappen vindt men terug in alle menselijke beschavingen. De Maya’s, Egypte, China, Persia. Ook hier in Europa wist men al heel vroeg de bacteriële werking van dit edelmetaal. Denk hierbij aan de sprookjes waarin zilver nodig was om het kwaad te bestrijden. Toen men in Europa bekend raakte met Chirurgie vanuit Perzië werd bij voorkeur gewerkt gereedschap van zilver om de kans op infecties te beperken. Ook werden wonden van diverse aard behandeld met zilver. Door de komst van medisch staal, antibiotica en penicilline nam het gebruik van zilver af.
Tegenwoordig wordt zilver in heel veel producten verwerkt. Van pleisters tot waterzuiveringssystemen van ziekenhuizen. Dit alles gebaseerd op de therapeutische werking van zilver. In de medische wereld stijgt ook weer de belangstelling doordat steeds vaker bacteriën resistent lijken te zijn tegen antibiotica.
Zilver bestaat als neutraal atoom uit 47 protonen en 47 elektronen. Met 47 protonen en 46 elektronen is het positief geladen. Door oxidatie ontstaan positief geladen zilverionen (Ag+). In contact met vocht komen meer Ag+ vrij. Het Ag+ bindt zich met eiwitten die een functionele rol spelen in de bacteriële cel. Als deze Ag+ zich gebonden heeft met deze eiwitten wijzigen ze de structuur ervan waardoor de celwand van de bacterie beschadigd.
Zilver bindt ook de enzymen die belangrijk voor de bacterie zijn waardoor de bacterie niet langer normaal kan functioneren of vermenigvuldigen.